87 – De Schulddrager

(transcriptie VHS-cassette “De Psycholoog” – vervolg)

Alice (Psycholoog) : In een narcistische verhouding, laat één persoon de andere geloven, dat alles wat er mis gaat, steeds met de schuld is van die andere. Het is steeds zijn fout. Ook als dat helemaal niet zo kan zijn.
…Wanneer Sammy ervan overtuigd is geraakt dat alles zijn schuld is, dan stelt hij zich daar geen vragen meer bij. Hij ervaart het dragen van schuld. Dat is voor hem als iets volkomen natuurlijk. Sterker nog: het maakt zijn identiteit uit. Het is een stukje van wie hij is! Hij is de schulddrager. Door die houding kan hij zich afschermen van angst. De angst van het kind om verlaten te worden door zijn ouders. En hij zal ook later, alles blijven doen – zoals zwijgen – om afstand te nemen van wat tot die angst kan leiden. Dat is voor anderen moeilijk om in te beelden. Het lijkt wel of mensen zoals Sammy hebben geleerd om als schulddrager deel uit te maken van een familie. Het dragen van schuld is hun rol. En wat nog het meest kan verwonderen is, dat ze die rol als vanzelfsprekend ervaren. Het is zelf moeilijk om in een therapeutische situatie zoals hier, dat in vraag te stellen! …Want dan…dan ontkoppel je die mens van zijn belang…hoe vreemd dat ook mag klinken, maar…de zondebok identificeert zich met de zonde. Dat is …dat wordt op de duur de reden waarom hij deel uitmaakt van de familie en bij uitbreiding van de maatschappij. Dat is wat er misgaat. Dat gaat soms heel diep. En het maakt deel uit van de identiteit. Je kan het niet zomaar van je afschudden. Het is voor een deel wie je bent. In functie staan van de anderen. Schuld dragen kan een persoonskenmerk worden. Iets dat de anderen ook snel zullen kunnen herkennen en waar ze gemakkelijk misbruik van zullen maken. Dat schuldbewustzijn – laat me dat even zo noemen – want er is hier geen schuld aan niets of niemand – in tegendeel!- de zondebok behoedt de persoon voor de angst om afgestoten te worden, angst om geïsoleerd te zullen zijn als die rol niet meer opgenomen wordt. Zondebok zijn is dus een strategie om met angsten te kunnen omgaan. Om ze te verdringen. En er bestaat niemand die zijn eigen angst te volle wil beleven. Iedereen verdringt zijn angst. Je zou zelfs een cultuur zo kunnen definiëren: het samen verdringen van angst. Iedere cultuur kan gezien worden als een strategie tegen de angst…In feite…is dat steeds de angst van het kind om verlaten te worden door zijn ouders. De stam wordt bedreigt door de natuur. Door wat zich buiten de kraal bevindt. De angst die mensen hebben voor de jungle. Maar mensen die in zo’n situatie de rol van zondebok dienen te dragen, die daaronder lijden, worden eigenlijk nooit echt volwassen. Zij blijven verstrengeld met hun ouders. We hebben de vorige keer gezien dat verstrengeling niet het zelfde is als een gezonde band. Een warme relatie laat vrijheid toe die er hier nooit is. En…je zou ook kunnen zeggen dat…De angst die Samy ervaart eigenlijk de angst is van Victor, zijn vader, die deze zelf heeft voor zijn moeder, Sammy grootmoeder. Dat moet een bazige kille vrouw geweest zijn, die enkel aandacht had voor Victor wanneer hij onder de oorlog voor het gezin kon zorgen. Een woordgierige vrouw ook. Een strenge vrouw met een dwingende blik. Victors vader, Sammy’s grootvader, niet dat kon opbrengen. Hij gedroeg zich angstig en terughoudend tijdens de oorlog. Maar zijn zoon niet. Die durfde zwarte markt te doen en zo het gezin aan voedsel te helpen. Zie je dat? Er zijn hier verschillende dingen met elkaar verbonden, over generaties heen. Victors kinderlijke verlatingsangst wordt omgezet in Sammy’s angst. Dat gaat over generaties heen. Angst kan verschillende vormen aannemen. Die kan zich op verschillende manieren uiten – zoals het mutisme bij Sammy – maar naar gelang de situatie kan die erg verschillen …
Bijvoorbeeld, een veel voorkomende angststoornissen die ik in mijn praktijk zie zijn: Agorafobie: Een angststoornis die optreedt wanneer iemand bang is om naar buiten te gaan, zoals op een openbare plaats. Mensen te zien, te ontmoeten…
Selectief mutisme – Kenmerkend voor Sammy. Van kindsbeen af hebben ze de neiging om wat in hen omgaat voor zichzelf te houden. Zij geven er de voorkeur aan om in bepaalde situaties niets te zeggen. Zij kiezen er voor om te praten als ze zich in een ontspannen omgeving bevinden. Soms kan ik dat in mijn praktijk bekomen, en ik denk dat jullie hier, die veilige situatie in de Kring, ook goed hebben gehanteerd. Anders was Sammy hier niet blijven komen.
(Alice somt op, telt op de vingers) Angststoornis: Een angststoornis kan ontstaan ​​als gevolg van een medische aandoening, zoals paniekaanvallen die fysiek worden opgewekt of intense angst. Paniekstoornissen: De persoon heeft een paniekaanval, en dan weer bang dat er een paniekaanval zal plaatsvinden, waardoor een cirkel van paniekaanvallen kan ontstaan. Gegeneraliseerde angststoornis: Overweldigende angst voor gebeurtenissen of eenvoudige activiteiten op een aanhoudende manier is het belangrijkste kenmerk van dit type angststoornis.
Scheidingsangststoornis: Kinderen zijn vatbaar voor dit type angststoornis als ze naar een plek gaan waar ze hun ouders moeten verlaten, zoals in een schoolomgeving. Denk aan de reacties van Sammy tijdens zijn verblijf in de vakantiekolonie. Dat was typerend!
Sociale angststoornis: Hier vermijdt de persoon om naar een sociale bijeenkomst te gaan vanwege zelfopgelegde negatieve emoties zoals angst, verlegenheid, enz.
En fobieën, Sammy had angst voor motten, was dat niet?
Daar zullen we het later nog over hebben…

Advertentie

86l – Lopen met lood in de schoenen

(vervolg transscriptie VHS-cassette “De Psycholoog”

Jan : Tja…Alles had zo gemakkelijk anders kunnen zijn. Het had allemaal zo simpel kunnen gaan met Sammy, maar dat was het niet. Het had volstaan om maar één enkele schakel over te halen. Sammy had een heel gewoon leven kunnen gehad hebben, met geluk en ongeluk zoals we dat allemaal kennen. Maar het …hoe zal ik het zeggen…het gewicht – de zwaarte – had niet in hem gelegen. Hij had met weerstanden te kampen gehad zoals iedereen dat in het leven heeft . Hij had de race niet moeten lopen met lood in de schoenen. Als jullie begrijpen wat ik probeer te zeggen…
Had Sammy bij een andere omgeving geraakt of indien hij een andere familie gekend had als kind, heel zijn probleem zou ik één klap zijn opgelost. Zo eenvoudig was het – als ik jullie goed begrijp dan zaten Sammy geen grote dingen in de weg. Het zijn de kleine dingetjes die het gestropt hebben… die dingen die anderen niet kunnen zien.

Iris: ja Jan, het is zoals een marathon open met lood in je schoenen! Maar zo gaat het met slachtoffers. Zij komen in situaties die ze niet zelf hebben gewild. Voor een kind bestaat de keuze voor zijn ouders niet, en voor de ouders de keuze van hun kind ook niet. Wat bestaat er binnen en wat buiten de familie?

Jan: ja – zo kan je het noemen – het blok lag niet voor hem, maar in hem
Hij moet tegen de weerstand opkomen zoals we dat allemaal moeten doen, hij moest uiterlijke tegenstand overwinnen, zoals eenieder die moet overwinnen, maar er kwam bij hem nog iets bij : de innerlijke weerstand hij had dus, in ieder doen, telkens met twee weerstanden te kampen.
de weerstand lag niet voor hem maar in hem. Bij iedere inspanning had hij twee weerstanden te overwinnen.

Paul : Huh? Hoe zien jullie dat? Sammy in een andere familie? Dan had hij andere weerstanden ontmoet? – Maar dan was dit een heel ander verhaal geworden – meer niet! – Wij rekenen steeds met gemiddelden. Met hoe een mens er gemiddeld moet uitzien – Maar de gemiddelde mens die bestaat in werkelijkheid helemaal niet – Dat is enkel een statistisch gemak! Je ontmoet nooit de ‘gemiddelde mens’!

Iris: Maar voor de omgeving blijft er maar één van deze weerstanden zichtbaar. De omgeving ziet nooit welke worsteling – welke kwellingen Sammy heeft moeten ondergaan – welke strategie het hem soms heeft gevraagd om daar weg te kunnen geraken!

Jan: Ja! Victor leek soms wel heel geslepen. Het is pas jaren nadien dat Sammy kon beseffen wat hem eigenlijk overkomen was. Hoe hij toen, zonder dat te weten, in zak en as was beland. Zijn moeder keek dat aan als iets heel gewoons. Die speelde die zaak mee. Stelde Sammy voor als een dom, onwillig, schuchter, onwetend kind. Zij verdedigde zelfs haar man niet, zij hield gewoon haar schouders op een zuchtte, keek weg en zei daarover nooit wat. Lag alles schuld bij de schuchterheid de beschaamheid van Sammy. Hij durfde niet met de mensen spreken, hij durfde geen boodschappen gaan doen. Het Sammy die niet wou of niet durfde wat allen kinderen deden.

Iris: Maar…waarom wordt dit niet in de scholen gegeven? Waarom wordt aan leerlingen niet geleerd om Narcistisch gedag te herkennen?
Waarom is psychologie geen vak op school? Omdat niemand dat ziet – behalve misschien een psycholoog- maar dat wil dan zeggen dat die kinderen al tot in een therapiekamer zijn geraakt.

Jan: En Iris? Hoe zou de school daar kunnen mee omgaan? Gesteld dat een kind ontdekt dat hij of zijn ongezien opgroeit? Dat één van zijn ouders zich narcistisch gedraagt. Wat kan de school dan ondernemen? Zich samen met het kind tegenover de ouders zetten? De kan van het kind kiezen tegen de ouders zie ik vandaag niet veel scholen doen. Navragen of ze bereid zijn tot gezinstherapie? Wat kan de school doen in dat geval?

(…)

(gedurende 10 minuten blijft beeld gestoord en is het geluid onverstaanbaar)

Paul : Was er Sammy maar iets precies definieerbaar? Dan was er iets! Iets dat in die tijd wrijving opgeroepen. Iets waar Sammy zich had kunnen identificeren. Hij had kunnen rekenen op de anderen die waren zoals hij. Ik bedoel indien hij “iets” te verzwijgen had gehad. Dan ging ons verhaal hier over emancipatie, iets waar een politieke wil antwoord kan bieden! Over opkomen voor gelijkberechtiging! Over mensenrechten. In die zin zou hij kunnen aanleunen, dat was toen ook wel moeilijk, ik geef dat toe, ook kwetsbaar maar wel makkelijker te definiëren – Maar Sammy’s problematiek zou dan plots zichtbaar worden: Duidelijk voor iedereen. “Ha! dat was het dan dat hij zweeg!” Hij had als kind getuige kunnen zijn van iets verschrikkelijks dat hij niet onder woorden kon brengen bijvoorbeeld. “Zijn ouders aanvaarden hem niet omdat hij homo was” – zo iets bijvoorbeeld, dan zou zijn problematiek plots voor iedereen duidelijk worden. Dan zou iedereen verstaan waar we het hier over hebben. Emancipatiestrijd! Zichtbaarheid! Maar dat is het hier niet, dat is de moeilijkheid! De problemen blijven onzichtbaar, iets moest ze een naam geven, moest ze zichtbaar maken. Ook voor Sammy zelf. Maar nu? Wie helpt hem? Niemand. Niemand helpt deze die als kind emotioneel misbruikt zijn geweest! Niemand helpt deze die als kind ongezien zijn opgegroeid! Het enige wat dan kan, is dat wat zij zelf doen. Welke emancipatiestrijd wordt er gevoerd om diegenen die ongezien opgroeiden? Hoe gaan die slachtoffers zich verenigen? En hoe gaan ze zich herkennen? Sterker: hoe kan wie zwijgt mondig worden? Het probleem begint al met de definitie -met de zelf-definitie. En voor wat gaan die dan ijveren? Kan iemand zich bij een groep aansluiten van “emotioneel miskenden”? – bestaan zulke groepen? Voor wat gaan die dan ijveren? Hoe kunnen die hun grieven vorm geven? Voor wat gaan ze strijden? Zoals ik dat zie kan er hier enkel een individuele oplossing zijn. Dat wil zeggen – zichzelf er uit werken. Zich er uit werken wil zeggen: therapie volgen, hard aan zichzelf werken, en zelf proberen uit die invloed van een emotioneel onvolwassen gezin te geraken… Ik zie daar geen andere oplossing voor…
Maar niemand zal van die strijd getuigen zijn. Of daar aan meewerken. Front vormen. Front wordt eerder gevormd samen met de ouders tegenover het bezette kind! De omgeving spant mee met de daders tegenover het slachtoffer zouden we kunnen zeggen. In het allerbeste geval kan een goede therapeut helpen. Stel je even deze situatie voor, die van Sammy, zoals we die hebben gekend – maar dan zonder de Kring!
Had dit ooit zichtbaar kunnen worden?
Wie had dat zichtbaar kunnen maken?
Wie had dat aan Sammy kunnen tonen hoe het zat?
Wie had dit kunnen benoemen? Niemand dat is toch duidelijk!
De meesten die eenzaam in zo’n situatie leven kunnen daar zelfs niet uit weg omdat ze die situatie zelf niet merken, of omdat ze zelf hun geval de gewoonste zaak van de wereld vinden. Omdat ze het normaal vinden, ja gewoon! Iets waar je niet aan kan tornen. Meer: ze hebben er hun identiteit mee gevormd. Het probleem is wie ze zijn, zij zijn het probleem. Zo ervaren zij zichzelf!
Als ze intelligent zijn vechten ze daar iedere dag mee, maar kunnen ze overwinnen? En het vraagstuk speelt zich niet af op het niveau van intelligentie maar op dat van emoties. Van liefde.

86r – de internaliseerder –

(vervolg VHS-cassette transscriptie “de psycholoog”)

Alice (psycholoog) : Dag allemaal! Waar waren we gebleven?
Wat hadden we gezegd?

Jan : Je had het over de gevoelens van verbondenheid dat iedereen nodig heeft om te kunnen overleven.

De Psycholoog : Ah…euh…Ja, juist! – ik moet even in mij nota’s kijken…ja…Hier heb ik het!

De geïnternaliseerde geraakt ervan overtuigd dat zijn diepste gevoelens de andere enkel maar kunnen vervelen. Zij kunnen met niemand delen wat er in hun omgaat. Ze hebben alle aandacht voor de anderen en staan niet stil voor wat ze zelf voelen.
In feite zou je kunnen zeggen dat ze zichzelf in de anderen beleven.
Ze bedienen dus de ouders van rust, ze beheersen zichzelf in iedere situatie. Je zou zover kunnen gaan om te zeggen dat alles wat ze doen hun verwaarlozing door de ouders zal bevorderen. Zij huilen nooit. Trekken nooit aan de noodrem. Ze zijn gehoorzaam. Komen niet op voor hun rechten. Kennen hun rechten ook niet, kunnen zich zelfs niet voorstellen dat ze rechten zouden hebben. Gehoorzaam ondergaan. Beleefd. Als ze al spreken excuseren ze zich voortdurend. Ze bieden zichzelf enkel passief aan. De ouders zeggen dan aan de omgeving: “Neen, mijn zoon is niet ziek! Die is gewoon zo!” Zodat niemand ooit alarm zal slaan. In tegendeel : de omgeving doet dikwijls mee aan dit misbruik door de ouders, omdat het kind toch nooit reageert. Het is stil. Internaliseerders zitten gekneld in een soort cirkel – ze dringen zich niet op – en daardoor krijgen ze ook geen hulp. Ze hebben trouwens nooit geleerd om hulp te vragen. Soms treden er lichamelijke klachten op, psychosomatische klachten – omdat die organisch zijn en dus objectief – lichamelijke klachten dringen zich zonder dat de internalseerder hoeft te spreken over intimiteit. Ze komen als het ware “van buiten”.

(kijkt in haar nota’s)


Maar de herinnering aan een vorm van familie is wat zo’n mensen als Sammy kan helpen. Vandaar, dat ik denk, dat de Kring hier, door Sammy, als een soort ‘familie’ kon worden beschouwd – beleefd zelfs. Iets waar hij op kon terugvallen in zijn moeilijke momenten. Maar heel zijn jeugd is Sammy steeds alleen geweest. Dat lijdt geen twijfel.

Iris: Ik weet niet of dat wel zo is geweest… eerst nam hij een zekere afstand van de Kring. Hij keek en luisterde zonder iets te zeggen.
Dan zal hij onze groep zeker niet als een gemeenschap hebben aangevoeld, als een soort familie waar hij deel ging van uitmaken. Eerst verzette hij zich daartegen- Hij nam afstand. Ik geloof zelfs dat hij ons als een hoopje zielige mensen beschouwde, waar hij zelf niet bij hoorde. Later is dat allemaal gaan veranderen. Later is hij een grote fan geworden van alles wat de Kring aanging. Later maakte hij hier wel deel van uit. Gaf zich eventjes bloot…maar…

Alice: ja, zo zal hij zich hier ook wel gevoeld hebben, als iemand die geen verzorging nodig had, eerst dan toch, als iemand die geen zorg nodig had. Die hier enkel kwam voor aandacht naar de anderen.

Jan : Zo bekeek de ‘psycholoog van dienst’ hier de zaken ook – denk ik – die groepsbegeleider keer al uit naar een volgende met problemen “Sammy, die redt zichzelf wel”. Dacht hij – dat heeft hij hier eens letterlijk zo gezegd. In Sammy zag je inderdaad geen noden. Maar iemand die alle aandacht had voor de anderen. Iemand die zeker zichzelf niet opdrong.

Alice : Mensen als Sammy moeten thuis steeds de ‘sterke zijn’ – het zijn meestal oudere kinderen of de oudste. En op die manier kunnen zij elke gevoelsleven afwijzen. Gevoelens zijn iets die deze positie bedreigen. Ze hebben geleerd om hun gevoelens voor hen te houden. En de emotioneel onvolwassen ouder kan daar toch niet mee overweg. Ze hebben dus ook hun gevoelens nooit leren benoemen. Het zijn blinde vlekken.

Jan : Zou je dat wat beter willen uitleggen?

Alice : Wel, we hebben tijdens onze kindertijd alles leren benoemen. De ouders gaven de namen voor de dingen aan, toen we klein waren.
Ook de school leert in de eerste plaats te benoemen. Het juiste woord voor het juiste ding te gebruiken. Zelfs wat de juiste schrijfwijze er van is.
Thuis – bij de ouders, bij de buurt, bij de familie- leert het kind die dingen benoemen waar er op de school geen sprake van is. Het gaat over heel gewone zaken. Wanneer je kwaad of jaloers bent, of verdrietig. Een emotioneel volwassen omgeving spiegelt deze gevoelens, of gaat die gewoon direct benoemd zonder te verwijten. “Jij bent…” met een vriendelijke lach.. Gevoelens worden als andere dingen beschouwd, zodat het kind gaandeweg leert te benoemen wat er omgaat.
Een emotioneel onvolwassen buurt maakt deze gevoelsuitingen direct belachelijk
Bij jongens zullen ze dikwijls stellen dat het ‘meisjesachtig’ is en dat de jongens flink moeten zijn. Jongens wenen niet en moeten hun gevoelens voor zich moeten houden.

Dat is bij Sammy zeker gelukt. Vroeger was dat trouwens een algemene opvatting die doorliep tot tijdens de legerdienst. Het ging dus zeer diep! Heel die naoorlogse generatie werd eigenlijk emotioneel rijp gemaakt voor een derde wereldoorlog.

Het ‘man zijn’ stond hoog in het vaandel. Bij sport en lichamelijke pijn was dat ook zo: jongens werden toen afgevlakt omdat ze die pijn niet mochten tonen. Het was alsof die er niet was. Zodat ze zonder zichtbare bewogenheid in een oorlog iemand anders zouden kunnen ombrengen op bevel.

Of op bevel andere wreedheden zouden begaan zonder verantwoordelijkheidsgevoel.

Het zijn heel sterke kinderen die dat kunnen verwerken, en later dikwijls boven de ouders zullen uitstijgen.

Iris : Wel, daar moet ik toch even bij ademsnakken!

Time out! (maakt het T-teken met de handen op elkaar te zetten)

86q – het mannetje op het scherm –

Jan:Wel, je zou het ook zo kunnen zien…In feite was Sammy geen alleenstaand geval: Wat mij ons bij hem opviel, dat kan gerust tekenend worden genoemd voor jongeren die na de oorlog zijn opgegroeid. Zij hadden ouders die de oorlog als kind hadden meegemaakt en die daardoor waren getekend. Je mag de invloed van die oorlog nooit onderschatten! Die bleef invloed uitoefenen, ook op de jeugd die jaren daarna werd geboren.

Paul : Ik zie het zo: Sammy is ongezien opgegroeid. En er was nog iets. De TV deed zijn intrede in de huiskamers. Zijn ouders hadden daar veel aandacht voor. Naar hem keken ze blijkbaar niet, maar wel naar het tv scherm – Sammy -als kind – merkte dat zij daar wel aandacht voor hadden. Misschien kwam hij dat te kort wat hun aandacht aan het scherm kluisterde? In zijn infantiele simpelheid wou hij doen zoals dezen die hij daar op de televisiescherm zag verschijnen. Het leek wel of hij die imiteerde als de hopeloze poging van een kind om de aandacht van zijn ouders terug te kunnen winnen.

Iris : Ja, Paul, hij heeft ons daar iets over verteld… wacht eens… iets in die zin van …Was dat niet in het tweede studiejaar? … Dat die schoolmeester hem toen een hoed en een scherp omdeed omdat hij steeds dat bekend tv personage trachtte na te bootsen? …Dat was om een gekende humoristische figuur op tv na te bootsen? Daar keken zijn ouders steeds naar – hoe heette die ook weer? Hij was populair op de tv van toen? Dat deed zijn ouders steeds lachen en daarom wou Sammy die tv-figuur steeds nadoen. Maar de schoolmeester begreep dat niet – dat was een schoolmeester met nog al wat alternatieve ideeën die in zijn vrije tijd aan amateurtoneel deed – Hij wilde Sammy voor de klas die rol laten spelen – maar het bracht Sammy enkel aan het huilen. Op dat ogenblik voelde hij zich als kind verloren. Hij besefte, in een moment, dat heel de wereld hem in de steek had gelaten en dat hij er heel alleen voorstond.

Jan : Ja… wat ik mij herinner is ook iets dat hij vertelde over zijn school… Wat was dat weer? Oh ja – Enkele meisjes leden aan selectieve afasie zeg maar – ze niet konden spreken – ze konden niet spreken voor de klas – ze waren daardoor niet in staat om een spreekbeurt houden zoals de anderen en ze hebben daarom de school verlaten – de lerares taal trok zich van die afasie helemaal niets aan. Dat kon toen allemaal. Er was geen schoolpsycholoog die zich daarmee bemoeide. Die lerares Nederlands zei dan, dat ze enkel dat van hen vroeg wat ze aan de anderen ook vroeg: een spreekbeurt te houden. Twee opgroeiende kinderen verlieten de school zonder dat daar een haan naar kraaide, zonder dat daar door de leerkracht werd stilgestaan. Zonder diploma. Zonder dat de directie of een pedagogische dienst ingreep. Dat was zo in die tijd. Leerkrachten waren toen almachtig. Niemand kon iets tegen hen doen. Hun woord was wet. Je kan dat met nu niet meer vergelijken.
Maar dat was vanzelfsprekend toen, dat je als kind het slachtoffer werd, of van misbruik, na de oorlog werd nagenoeg alles toegestaan, en de verantwoordelijke droeg nooit verantwoordelijkheid. Kinderen die zich niet kinderen verweren waren steeds de slachtoffers. Of die uit sociaal kwetsbare gezinnen kwamen. Ondertussen is er toch wat veranderd niet?

Iris : ja, en maar goed ook. Sammy zocht ook nooit de juiste klasgenoten – de juiste vrienden op, Sammy’s vrienden waren ook niet niet zo goed, ik wil zeggen – ze hadden helemaal geen positieve invloed op hem. Die twee meisje waar je over sprak hadden geen rebels karakter niet? Ze gehoorzaamden, en dat werd hun noodlot. Omdat ze niet anders konden.
Dat ging zo in die jaren. Iedereen probeerde met een oorlogstrauma om te gaan dat ze zelf niet hadden gekend.

Paul : Het leek toen wel of trauma-omgang tot de persoonlijkheidsvorming behoorde niet?

Jan : Hoe? Wat?…Ja zou zou je dat kunnen noemen… Iedereen had toen blijkbaar beperkingen, en hoe daar wederzijds mee werd omgegaan…

Paul: Maar waar is onze psycholoog gebleven?
(stil geschuifel, geroezemoes)
Ha! daar is zij! Zij komt al terug!

Alice (zet zich): Hallo – waar waren we weer gebleven?

86p – Losgebroken

(vervolg transscriptie VHS-cassette “De Psycholoog”)

Jan : Wat Sammy nooit begreep was, dat je in naam van jezelf spreekt bij ieder woord dat je zegt.

Paul : Huh! W…Wat zeg je nu?

Jan: Wel Paul, ieder woord dat je zegt, dat komt uit jezelf. Met ieder gedrag bevestig je je identiteit. – Ieder woord dat uit jouw mond, of van jouw pen komt – zegt tevens wie je bent. Zegt ook waar je staat, wat je maatschappelijke positie is. Hoe gewoon je woorden ook moge zijn. Zelfs al gebruik je gemeenplaastsen. Hoe sociaal je je ook uitdrukt. Hoe gewoon de woorden ook moge zijn die je gebruikt – ook al vraag je maar gewoon even naar de tijd. Je vertoont jezelf in iedere dagdagelijks uitdrukking. Dat is de reden waarom wij zo graag gemeenplaatsen gebruiken. Of;… een fietsbel bijvoorbeeld!

Paul: Wat!?

Jan : We zouden van op de fiets gemakkelijk kunnen roepen naar de voorbijgangers, maar dat doen we niet. We bellen! Want er is overeengekomen dat een fietsbel een fietser bekent!
Je bent door de bel, en door de fiets, één met alle fietsers die jou zijn voorgefietst! Zo gaat dat ook met ieder woord, ieder taalgebruik, iedere kledingstuk, iedere omgang. We doen telkens zoals de anderen, omdat dat de meest economische manier van doen is. Omdat daar de meeste voorzieningen voorhanden zijn. Alles wat we in groep doen, gaat steeds beter dan alleen.
De vraag is: met welke groep ben je bereid om je te identificeren? En welke groep staat open voor jou. En hoe moet je je gedragen om door een groep aanvaard te kunnen worden.

Paul: Maar…En wat heeft dat met het gedrag van Sammy nu te maken? Dat werkte bij Sammy niet of wat? Wat was er dan bij hem niet? of wel, want ik kan je heus niet meer volgen…

Jan : Sammy zei… Hij zei ongepaste gingen, dat was duidelijk. Sammy heeft daar velen mee doen opkijken. Soms leek het wel…of hij de mensen hun reacties even wilde testen…als kreeg hij de indruk dat ook zij spraken vanuit een… van uit een soort vooropgezet schema…Dat ze telkens zeiden, dat wat ze geleerd hadden om te zeggen, en niet wat ze werkelijk meenden. Om jezelf te ontdekken moet je je eigen taal, je eigen woorden, ontdekken. Die dingen die je het best weergeven. Je eigen gevoelens leren verwoorden. Kortom, zo kan je die dingen ontdekken die je verdrong. Die in het emotioneel arm gezin niet werden uitgesproken. Je moet daar… Je moet voor wat in je omgaat de juiste woorden leren vinden. Je moet leren ver-woorden letterlijk (zegt dit langzaam en nadrukkelijk). Je moet je eigen blinde vlekken kunnen ontdekken. Leren spreken over dat, waar je altijd hebt moeten over zwijgen…Soms…Wel, soms merk ik hier in de groep dat de toon verandert wanneer mensen over hun gevoelens gaan praten. Alsof ze die uitdrukkigen uit de litteratur hebben geleerd en niet uit de gewone omgangstaal. En niet bij vreinden of familie. Soms kan dat heel behulpzaam zijn. Ik bedoel: Schrijvers kunnen dat verwoorden waar anderen geen woorden voor hebben. Dàt proces bedoel ik! Leren zeggen wat in je omgaat. Leren intiem zijn met woorden. Over je gevoelens leren praten. Kortom : je authentiek leren uitdukken. En dat is niet mogelijk binnen een emotioneel gesloten gezin. Dat leer je daar als kind niet. Gevoelens zijn daar vreemd. Die worden nooit uitgesproken. Zo’n kind leert nooit de juiste woorden voor zijn gevoelens te vinden.

Iris : Tja…ja..soms leek het wel of (glimacht) …of soms deed hij zijn vader na, denk ik…zoals die sprak…denk ik dan…of zijn moeder? Ja, alsof hij zijn eigen stem nog niet gevonden had en daarom sprak zoals de anderen, daarom nabootste, ja misschien was dat wel zo…

Jan : ja, wanneer hij de reacties van zijn vader overdroeg – of van sommigen die daar de plaats van innamen – dan werd dat pas een ramp!! Dat was de ultieme barrière. Dat was waarmee Sammy zijn zijn eigen wezen onder de duim hield. Dat verklaarde wellicht zijn zwijgen. Door zijn vader – of anderen – te imiteren kon hij nooit zichzelf worden. En iedere jongen doet dat. Soms leek het wel of dat wat hij zei vreemd was, Wat uit zijn mond kwam niet van hem was. Dat hij dat ergens anderes ging halen. Eerst merkte ik dat niet maar naar verschillende sessies, nadat we Sammy hier beter hadden leren kennen, en hem in verschillende gemoedstoestanden hadden ontmoet… Ik vond dat zijn stem dan ook steeds anders klonk. Hij ontleende dan zijn uitdrukkigen. Die hadden alleen binnen het huiselijk gezin resultaat maar niet daarbuiten. …Door dingen te zeggen, of te doen, die niet van uit hemzelf kwamen maar die hem door zijn vader waren voorgezegd, of die…ja, die thuis golden als wet! Zo zie ik dat. Thuis had hij geleerd om zich aan te passen – om die digen te zeggen die men daar van hem wilde horen, misschine om zich buiten het narcistische gevaar van de woede van zijn vader te houden… alleen werkte dat gedrag niet in de rest van de samenleving, en dat deed hem geen goed ook niet.

Iris: .Ja..Dat is waar wat je zegt, Jan…Sammy heeft zich hier stelselmatig leren ontdekken. Met heel veel moeite ging dat…zoals bij ons allemaal trouwens…En dat heeft wel heel lang geduurd (zucht). Wij hebben heel veel geprobeerd uit hem te halen. Eerst zat hij hier stilletjes. Sprak helemaal niet. Maar hij heeft hier heel wat aangebracht in de Kring. Toch hij is daar nooit echt in gelukt om. …toch niet zoals wij hier onszelf gewoon kennen… Al dat….aan de andere kant geloof ik, dat ieder van ons hier zo’n proces heeft doorgemaakt. Nu zijn we ernstig en straks gaan we een pintje drinken in het café rechtover – Daar worden we steeds bekeken omdat we dan zoveel lachen en kabaal maken. We zijn dan andere mensen.

Paul : -Café?- Ging Sammy toen mee?

Iris : Wel… niet altijd Paul. Dat is waar. Meestal liep hij steeds na de Kring direct naar huis en schuwde hij verder contact. Maar enkele keren is hij toch mee geweest en dan kon hij wel meelachen. Dat weet ik nog goed. Maar meestal was hij stil en afzijdig, dat is zo. Een stilte die …soms ontzag kon inboezemen of…ja, die ronduit vervelend was. Sommigen waren ook blij toen hij naar huis ging. Soms hadden we hem niet graag erbij in het café, dat moet ik zeggen, want hij was steeds degene die niet meedeed. Maar soms lukte dat wel. Dan kon hij lachen en met ons meedoen. Hij werd dan een hele andere. Hij was dan erg aardig. Vooral bij die sessies in de Kring waar hij persoonlijk had kunnen zijn. Waart hij zijn zegje had kunnen doen. Het leek wel of dan de spanning er bij hem dan even af was. Dan mochten we hem graag! Dan was hij best gezellig! Dan was hij heel een ander mens. Hij was anders toen. Sammy kon ook veranderen.

Jan : Dat gebeurde zeker niet in de eerste sessies van de Kring waar Sammy aan meedeed!

Iris : Neen, Jan de eerste sessies zei Sammy hier helemaal niets. Hij keek in het rond, en jullie wisten niet wat jullie aan hem hadden. Het was maar pas na paar weken dat hij uit zijn schulp kwam. En dan nog…

Paul : …en iets durfde zeggen. Eerst vonden wij hem een vreemde kerel. Ik vond het vreemd dat hij hier kwam. En aan de andere kant ook niet, want wij hebben hier ondertussen al heel wat mensen meegemaakt die veranderen. Ik zie hem nog die eerste keer hier staan. Had jij hem niet meegebracht Iris?

Iris: Ja, dat was zo, maar dat is een ander verhaal. Eerst wou hij niet meekomen, maar hij luisterde wel goed toen ik zei hoe het hier aan toeging, uiteindelijk is hij toch meegekomen.

Jan : Hij zocht naar een uitweg, maar hij wist dat toen nog niet. Hij wilde uit zijn isolement. Ik denk dat hij hier een weg zocht naar de anderen toe . Eerst zag hij ons waarschijnlijk aan als ‘vreemde lui’ daar ben ik zeker van …hij vond ons een hoopje arme lieden, sukkelaars, waarschijnlijk. Ja hij observeerde ons… Misschien wel dat hij zich boven ons stelde, als hij ons hier allemaal zo samen zag zitten. Hij heeft steeds naar een vorm van afstand gezocht. Maar kom – ieder beleeft hier zijn eigen traject. Er zijn hier geen twee op elkaar gelijkende mensen. Maar soms was Sammy mee, dat heeft inderdaad maanden geduurd, maar toen hij sprak dan begon hij te huilen. Hij bastte in tranen uit. Dan was hij losgebroken.

86o – Zwijgen is spreken.

(transscriptie VHS-cassette “de psycholoog” – vervolg)

Alice : Ouders met een emotionele fobie kunnen de gevoelsuitingen van hun kinderen niet aan. Internalizeerders – zoals Sammy – worden daarom voortdurend door hun ouders als ‘overgevoelig’ bestempeld.
Hun gevoelens worden steeds weggewuifd of belachelijk gemaakt hun ouders.
Zij krijgen de boodschap : “jouw karakter dat is jouw probleem.Jij bent het probleem, niet wij, wij doen ons uiterste best voor jou! je mag ons daarvoor dankbaar zijn! Zonder je ouders zul je niets kunnen beginnen” “Wees je ouders daarvoor dankbaar!”
Die kinderen voelen zich steeds alleen, omdat zij de gewone nood alle kinderen aan aan intimiteit en spontaniteit hebben. Maar waar hun emotioneel onvolwassen ouders niet toe in staat zijn. Ze houden die kinderen hun emotionele reacties in bedwang. Ze leren om niet te tonen hoe die zich voelen. Ze leren die om geen reacties te hebben. Ze hebben -zoals ieder kind- de nood om hun ervaringen met anderen te delen, maar bij hun ouders krijgen zij daar nooit de kans toe. Die weren iedere gevoelsuiting. Door daar sarcastisch op te reageren. Die gevoelens te bespotten of door onverschilligheid daarop te reageren. Misschien kan het zwijgen van Sammy ook zo beschouwd worden: het is een extreme vorm van internaliseren….

(stilte, kijkt rond)

Door experimenten werd bij zoogdieren een vermindering van het stressniveau vastgesteld wanneer zij in groep zijn. Alleen al de gewaarwording van een groep om zich heen werkt op zich kalmerend.
Internalizeerders kunnen in kunst of literatuur hun evenbeeld gaan zoeken – die weerklank gaan zoeken die ze in hun omgeving missen… Of trachten naar spiritualiteit. Externalizeerders doen precies het omgekeerde: Zij reageren naar buiten toe. Zijn reageren ongepast, storend, hard een defensief. Het is of zij de gevoelens die ze hebben aan de anderen toeschrijven….Soms denk ik dat externalizeerders eerder mannelijke slachtoffers zullen treffen, en internaliseerde vrouwen… maar ik kan mij vergissen?
Soms krijg ik de indruk dat Sammy zo wat tussen die twee uitersten in zat. Hij was voornamelijk een ‘internalizeerder’ – laat dat duidelijk zijn – maar het lijkt mij soms of hij in zijn evolutie, in zijn gedrag naar anderen soms ook externalizerende kenmerken vertoont. Verslavingen heeft hij blijkbaar nooit gekend, maar dat stugge naar anderen toe? Spreken was een soort zwijgen zou je kunnen zeggen.

Iris : Wat wilt U daarmee zeggen?

Alice: Spreken – woorden vormen – zonder dat daar gevoelens aan gekoppeld worden; dat kan ook zijn: Woede, beschuldiging, kritiek, dominantie…Omdat dit namelijk tekenen zijn dat iemand moeite heeft om steun te zoeken en geruststelling te vragen. In levensbedreigende situaties doen mensen beroep op relaties en herinneringen aan dierbaren. Als bron om de wil tot overleven. Iedereen heeft het gevoel van verbondenheid nodig om te kunnen overleven.
Mensen als Sammy schamen zich om die diepgaande emoties te tonen. Ze zijn er van overtuigd dat hun diepe gevoelens vervelend zijn voor anderen. Vandaar dat ze ook gemakkelijk verwaarloosd worden door de ouders. Deze denken gemakkelijk dat het kind geen behoeften heeft. “hij is zo…”Het zijn kinderen die heel zelfredzaam zijn. Dat kan blijven duren tot in de volwassenheid. Het worden mensen van wie men gemakkelijk zegt – die redden zichzelf wel!
Het worden mensen die alles zelf oplossen en hun gevoelens voor zichzelf houden.
Sammy – en mensen die op hem gelijken – Kunnen hun eigen mishandeling niet zien.
Het zijn steeds zij die het meest emotionele arbeid in relaties zullen verrichten. Het zijn steeds zij die invoelend zijn, die aandacht hebben voor anderen, die psychologisch inzicht hebben, die veel zelfbeheersing vertonen. Tegenover de onverschilligheid en afstandelijkheid van hun ouders. Internalizeerders zijn sterk gevoelig voor de behoeften van de anderen.
In stressvolle situaties worden zijn door de anderen intuïtief vertrouwd. Vandaar dat zij aantrekkelijk zijn voor behoeftigen. Mensen die het moeilijk hebben voelen zich door hen aangetrokken. Omdat zij – zoals Sammy – kalm blijven en rust uitstralen, niet oordelen, en beter ingesteld zijn op invoeling als de meesten.
Ze hebben geleerd om afstand te houden van pijnlijke gevoelens, omdat ze wisten dat ze zo ook hun ouders niet mee konden helpen. Soms kunnen zij geholpen worden door de herinnering aan een sociale verbondenheid, die dan de plaats van het initieel gezin heeft ingenomen. Sammy cijferde zichzelf weg en geloofde dat iedere relatie berustte op zelfopoffering. Hoe groter het probleem – hoe meer internaliserende kinderen hun best doen om het smeken van de emotioneel onvolwassen ouder over te nemen – ze nemen een soort pseudo-zelf aan – dat van de redder in nood. Zo zit voor hen de wereld in elkaar. Ze kennen niet anders. Ze hebben geen andere rol geleerd. Ze zijn ervan overtuigd dat ze enkel kunnen dienen door zich weg te cijferen en zelf alle aandacht voor de anderen op te brengen! Vandaar dat ze zich dikwijls zullen isoleren. Sammy was daar een voorbeeld voor. Steeds openstaan voor de problematiek van anderen – maar niet over zichzelf kunnen praten. Ze voelen zich soms zelfs verantwoordelijk voor het helpen van mensen in nood. Dat is tenslotte dat de manier waarop ze hebben geleerd om deel uit te maken van een gezin, een groep. En ze kunnen dat. Ze voelen intuïtief hoe de anderen psychologisch in elkaar zitten. Sammy is de persoon die beter weet dan jijzelf hoe je in elkaar zit. Hij heeft ongetwijfeld een heel groot psychologisch inzicht in anderen. Want hij heeft geleerd om dat te doen bij zijn ouders. Hij kan daar niets aan veranderen. En hij wil dat ook niet. Het is zijn voornaamste bestaansreden, denkt hij.

86n – De Blinde Vlek

(vervolg VHS-cassette transcriptie “De Psycholoog”)

Paul : Wij zijn de enigen die dat doen!
Wij zijn de enigen, die hier samenkomen, een psycholoog, een spreker uitnodigen. Wij zijn de enigen die hier samenkomen om over het lijden van een overleden lid te spreken!
Dat moet je je goed voorstellen! Wij, deelnemers aan de Kring. Wie zou dat nog doen?
We eren een dode door zijn lijdensweg.

Jan : …Paul, daar moet ik toch even over nadenken, er is wel zo iets als…hoe zal ik het zeggen…iets kan maar opgelost worden als daar ruim baan mee wordt gemaakt…als dat naar boven komt…als dat uitgesproken wordt. Of benoemd kan worden…Zoniet blijft dat rondspoken in een gemeenschap, of een familie …onuitgesproken blijft dat een geest….een dolend spook dat op volgende generaties zal blijven overgaan….voor zo lang die geest niet betrapt wordt dan bespookt die heel de maatschappij!

Iris :… ja daar dacht ik ook aan, je zou zelfs kunnen zeggen dat iedere cultuur ontstaan is uit dat dat wat verzwegen wordt.
Dat iedere familie, iedere leefgroep, ja iedere taal, eerst dat is, wat verzwegen wordt. We kijken als het ware door een blinde vlek. Zonder blinde vlek kunnen we niet zien, niet weten, niet kennen…Zonder dat wat een taal wil verzwijgen kan een taal niet spreken.

86m – De Gemaskerde –

(Vervolg transscriptie VHS-cassette “De Psycholoog” – aan het woord is een vrouw van rond de vijftig. Zij eerder gedrongen van gestalte, en heeft lange zwarte haren. Ze draagt een bril met zwart montuur. De camerastand is niet gewijzigd: We zien nog steeds dezelfde ruime kamer – die een kale aanblik geeft – nog steeds op de eerste verdieping van de pastorie. Aan de linker kant: een rij hoge ramen met brandglas waarachter we soms de kruin van platanen kunnen zien. De pastorie ligt aan een plein – opstijgende geluiden doen dat vermoeden. 0p de achtergrond zien we een schoorsteenmantel met kruisbeeld. Rechts van de schouw, een houten deur. De wanden zijn bekleed met een helder groen behangpapier met donker kronkelend motief. – Een gele glimmende plankenvloer glanst af en toe wit op als de camera plots overbelicht wordt door het wisselende zonlicht . In de voorgrond een rij zwarte plastic stoelen – Alice zit naast Jan, een man van rond de veertig met blond krulhaar lang tot op de schouders en korte baard – aan de kant van het raam zit een korte gedrongen kale man van ongeveer dezelfde leeftijd. Het zonlicht speelt ros in zijn dunne haren. Naast hem zien we het bond gekleurd kleed van Iris af en toe bewegen. Maar zij blijft buiten beeld – andere aanwezigen worden vermoed doordat ze toegesproken worden maar ze verschijne niet in beeld. Het VHS-video-beeld is af en toe gestoord. Soms verdwijnt het helemaal en zien we enkel nog horizontale lijnen maar het geluid blijft- Eén enkel keer wordt ook dat onderbroken door een bromtoon )

Alice : Alles wijst er op dat de ouders van Sammy egocentrisch en insensitief waren. Zij waren emotioneel onbeschikbaar. Ze vertoonden tegenover hun oudste zoon geen vorm van empathie. Zeker Victor Vander Straat vertoont geen enkel vorm van empathie. Het is bijna zijn belangrijkste kenmerk. Hij wil zeer duidelijk de baas spelen. Overheersen zonder enige vorm van wederkerigheid. Sammy zal die invloed vooral ‘internaliseren’ – Onerzoek heeft ook uitgewezen dat sommige jongeren idarop reageren door te ‘externaliseren’ zijn. Maar Sammy is dat zeker neit – Hij is in zichzelf gekeerd. Zijn selectief mutisme is daar -volgens mij- een teken van. Het zwijgen dat kenmerkend is voor zijn gedrag getuigt daar van. Sammy heeft waarschijnlijk ‘helende fantasieën’. Zo, in de zin van: “Indien ik -puntje puntje puntje- zou zijn – dan zouden ze mij wel zien!“Zo creëert hij voor zichzelf hoop – ijele hoop! – Dat het op een dag het nog goed met me komen! Op een dag schijnt de zon, denkt hij – nu is alles onder een dikke sneeuwlaag verstoken. Maar die dag komt nooit. En dat heeft hij blijkbaar in zijn gehele leven nooit ingezien. Hij is blijven wachten. …Soms ziet hij datzelfde patroon ontstaan bij zijn vrienden of vriendinnen, “…gaat het ooit nog goed komen tussen je ouders en jij?”zegden die. En dan schenen die hem te bevestigen dat er nog hoop was. Dat de toekomst verandering zou brengen. Welke verandering? – Daar kon hij voor zichzelf blijkbaar geen bantwoord op geven. Waarschijnlijk hoorde hij dan de verwijten van zijn ouders. Maar hij – niet zijn situatie – niet de anderen – niet zijn ouders – hij zou veranderen en dan zou het goed komen. Hij zou zijn leven beteren. Hij kan dus niet inzien dat dit slechts om een spelletje gaat, die er binnen dat gezein met hem gespeeld wordt. Hij zal nooit inzien dat er niets te verbeteren is. Dat ze hem gewoon buiten willen. Afstoten en ook niet loslaten. Dat ze nu met zijn broer Ruddy nu genoeg hebben. Dat hun gezin nu volledig is, en dat ze niet begrepen waarom hij daar nog rondliep. Hij was overbodig geworden – ballast – iets waar zij als ouders beschaamd om waren. “Van u hebben we minder plezier als van een hond!” zei – Victor- zijn vader. Aan de andere kant had hij een functie binnen dat gezein: om zich op af te reagere, als ‘boksbal‘, als schulddrager, als lasstdragen van het familie-symptoom. Hij mocht zijn hoofd niet opheffen. Zijn rol was om dreof te zijn, te treuere nen te zwijgen en zeker niet in opstand te komen tegen Vicor of te slagen in het leven, dat zou voor Victor een enrome bedrieing vormen. Bij iedere succes van zijn zoon werd hij sarkatisch of als ontmoediging niet meer hielp, dan werd hij woedend.

(oververstaanbaar – bromgeluid)


Dat onbewuste verwachtingspatroon, dat Sammy voor Victor koestert, is rechtstreeks afkomstig uit de fantasiewereld van Sammy’s kindertijd. Kinderen zoals Sammy ontwikkelen een pseudo-zelf om in zo’n gezinssituatie te kunnen overleven. Dat ‘pseudo-zelf’ is gericht op aandacht en succes. En dat gelijkt ook vervaarlijk veel op narcisme. Dat ‘pseudo-zelf’ zal zich ontwikkelen van uit de reacties van de omgeving. Een pseudo-zelf is een manier voor het kind om alsnog erbij te kunnen horen.
Het is de rol die Sammy speelt om bij een gezin te mogen horen. Vanuit dat ‘pseudo-zelf’ is het logischer wijze ook onmogelijk om enige intimiteit aan te gaan. Acteren – want dat is het! – sluit ieder authentiek contact uit. Maakt iedere hechting onmogelijk. Een pseudo-zelf – zoals bij een acteur die een rol speelt – kan geen intimiteit aan, maar kan enkel de intimiteit nabootsen, vertonen, maar niet zijn, niet bevatten… Het ‘pseudo-zelf’ vreet ook alle energie op. Want het is vermoeiender om een rol te spelen dan om jezelf te zijn. Tenslotte zal Sammy niet meer weten wie hij zelf is, omdat hij zich helemaal met die gezinsrol is gaan identificeren. Ook latere als volwassene. Tenslotte zou je de verhouding vader-zoon kunnen beschouwen als een soort toneel voor twee acteurs – Twee ‘pseudo-zelven’. Die ‘On-dialogeren’ als dat woord zou bestaan, want dat is het. Uitputtende tweegesprekken, die er soms als woordenwisseling uitzien voor getuigen – maar die enkel gericht zijn op gelijk halen. –

(bromtoon)

Dit ‘pseudo-zelf’ is een gevolg van onzekerheid, van twijfel, van angst om ‘door de mand te vallen.’ Het is een soort plankenkoorts – de angst voor het publiek van een acteur om uit zijn rol te vallen.


Wat er gebeurt tussen vader en zoon kan beschreven worden als emotionele deprivatie. En daar zijn twee soorten van reacties op mogelijk:“Internaliseren” of “externaliseren”.
Bij internalisering bestaat uit zelfopoffering van het slachtoffer, schaamte en schuldgevoel en de angst om ontmaskerd te worden. Externaliseren is net het omgekeerde: impulsief gedrag vertonen, die de schuld steeds bij anderen leggen. Voortdurend de hulp van anderen inroepen. Want de anderen moeten steeds de oplossing brengen voor die slachtoffers hun problemen. Kenmerkend is verslaving: alcohol of drugs. Het zijn deze mensen die dikwijls verslaafd geraken. Soms is dat de dood tot gevolg.

86l – De Stille

(Vervolg transscriptie VHS-cassette “De Psycholoog” – de camerastand is weinig gewijzigd: we zien nog steeds dezelfde ruime kamer – die een kale aanblik geeft – waarschijnlijk op de eerste verdieping van de pastorie. Aan de linker kant: een rij hoge ramen met brandglas, in de achtergrond een schoorsteenmantel met een kruisbeeld, rechts daarvan een houten deur. De wanden zijn bekleed met een helder groen behangpapier met donker kronkelend motief. – Een gele glimmende plankenvloer die af en toe wit glanst als de camera plots overbelicht wordt door het invallend zonlicht . In de voorgrond een rij zwarte plastic stoelen – Een man van rond de veertig met lang blond krulhaar en een baard neemt zet zich en neemt woord – Het beeld beeft regelmatig, soms zien we enkel horizontale lijnen maar het geluid gaat door, soms wordt ook dat onderbroken door een bromtoon – )

Jan : …Alles had zo gemakkelijk anders kunnen zijn, het had allemaal ze simpel kunnen gaan met Sammy, maar dat was het niet? Had Sammy in een andere omgeving geraakt of een andere familie gekend als kind? Is het niet? Alle probleem zouden ik één klap zijn opgelost! Zo eenvoudig was het – er zaten Sammy geen grote dingen in de weg voor zover ik kan zien.
Het zijn de kleine dingetjes die het gestropt hebben..

Iris: ja Jan, kan je dat zo eenvoudig wijzigen als jij zegt? Het is zoals een marathon lopen met lood in je schoenen!

Jan: ja, wel haal dan dat lood uit die schoenen en klaar is kees! – zo kan je het noemen – het blok lag niet voor hem maar in hem
Hij moet tegen de weerstand opkomen zoals we dat allemaal moeten doen. Hij moest de uiterlijke weerstanden overwinnen zoals we die allemaal moeten overwinnen maar bij hem kwam daar nog iets bij : die innerlijke weerstand, die innerlijke criticus en die moedeloosheid hij had dus telkens twee weerstanden te kampen.
De weerstand lag niet voor hem maar in hem. Bij die inspanning had hij twee keer te overwinnen die in hem en die langs de buitenkant die we allemaal moeten overwinnen.

Paul : Huh? Sammy in een andere familie? Dan had hij gewoon andere weerstanden ontmoet – dan was dit een heel ander verhaal geworden – meer niet! – Wij rekenen steeds met gemiddelden. Met hoe een mens er gemiddeld moet uitzien – Maar de gemiddelde mens die bestaat in werkelijkheid niet – Dat bestaat enkel voor statistisch gemak! Je ontmoet nooit een ‘gemiddeld’ mens.

Iris: Maar voor de omgeving is er steeds maar één van deze weerstanden zichtbaar. De omgeving ziet nooit welke worsteling – welke kwellingen- Sammy heeft moeten ondergaan – welk gevecht – welke strategie het hem heeft gevraagd om daar maar even uit weg te kunnen geraken!

Jan: Ja! Victor, zijn vader… Het is pas jaren nadien dat Sammy kan beseffen wat hem eigenlijk overkomen is. Hoe hij toen, zonder dat te weten, in zak en as is beland. En zijn moeder keek dat aan als iets heel gewoons. Speelde die zaak eenvoudig mee. Stelde Sammy voor als dom, onwillig, onwetend voor. Bleef hem ook zo behandelen. Sammy bleef een stuurs kind voor haar. Een nukkig kind dat wel beter zou weten. Zij verdedigde zelfs haar man niet, zij hield gewoon haar schouders op een zuchtte, keek weg en zei nooit wat.

Iris: Maar…waarom wordt dit niet in de scholen gegeven? Waarom wordt aan leerlingen niet geleerd om een narcistisch gedag te herkennen?
Waarom wordt dat geen vak op school?

Paul: Ha! Wel Iris!? Wat denk je? Welke consequenties zou dat kunnen hebben?Wat zou daar uit kunnen volgen? -Dat minderjarigen hun houders gaan aanklagen voor narcisme?
Bij wie? Bij wie moet dat dan gebeuren? Bij de school? Bij de leraar? Wil je dan dat de school dan ingrijpt? Kan ze dat? Zou de school dat doen? Hoe? De schoolpsycholoog? Dat moet je mij maar eens uitleggen! Wie gaat hier ingrijpen tussen ouders en leerlingen? De wet? De politie? Het gerecht? En wat zullen de gevolgen dan daarvan zijn?!
Bestaat er een wet tegen narcisme? Misschien wel tegen zichtbaar misbruik. Een dokter kan dat soms lichamelijke letsels vaststellen, jazeker – Maar wie gaat ‘emotioneel misbruik’ zichtbaar maken? Wie kan daar ingrijpen of die kinderen daar weghalen? En waar moeten ze naar toe? En zou dat verbetering brengen. De school gat de ouders naar de therapie sturen? Ja? Dat zou ik wel eens willen zien! Hoe dat op een diplomatische manier tot stand kan worden gebracht. Zijn die ‘narcistische ouders’ bereid tot luisteren. Daar is daar een studie over verschenen die zegt dat je voor hun vijftigste niets tegen narcisme kan beginnen. Neen! Geen enkel instantie denkt er aan om de kenmerken van narcisme op school als vak in te voeren!
In het beste geval worden vrouwen later voor narcistisch misbruik behandeld. Als die rijk zijn getrouwd zonder dat te weten, met een narcistische echtgenoot. Wat in onze streken heel wat voorkomt. Omdat die een scheiding, een advocaat en een therapeut kunnen betalen! Zo gaat dat toch bij ons! Zou simpel is dat! Maar kinderen, die hebben geen geld, en zijn dus op zelfstandige basis niet interessant voor een therapeut. Hier gaat dat misschien anders, omdat de gemeenschap soms een therapeut betaalt die kinderen van hun ouders helpt. Misschien kan pleegzorg worden ingeschakeld ? Maar werkt dat zo? Neen, Iris, emotioneel misbruik wordt niet nagegaan op school. Omdat niemand dat ziet – behalve misschien een psycholoog- maar dat wil dan zeggen dat die kinderen al tot in een therapiekamer zijn geraakt. Was Sammy maar homoseksueel! Dan groeide vormde zich toen een gemeenschap. Dan kwam Sammy terecht bij mensen waarin hij zich had herkend. Dan ging dit hier over emancipatie, en daar is politieke wil voor aanwezig! De oplossingen zouden hier gemakkelijker te geven zijn, ik bedoel: eenduidiger. Beter afgebakend. Dan moesten wij hier niet zoeken waarom hij zweeg. Homo zijn in die na-oorlogse jaren was ook wel moeilijk, ik geef dat toe, ook kwetsbaar maar wel makkelijker als diagnose- Alles was dan zichtbaar en zwart wit aangegeven : een man met een man, een vrouw met een vrouw, emancipatiestrijd! Zichtbaarheid! Zelfs op straat! Een koppel! Maar dat is het hier niet, de wortel van de problemen blijven hier onzichtbaar. Maar nu? Wie hielp hem? Niemand. Niemand helpt dezen die als kind emotioneel misbruikt zijn geweest! Waar horen zij bij die ongezien zijn opgegroeid? Waar is hun gemeenschap? Hun emancipatiebeweging? Wanneer komen zij op straat? Het enige wat wel kan, is dat wat zij zelf doen! En dat is: lang therapie volgen, hard werken, en zelf proberen uit de invloed van het emotioneel onvolwassen gezin te geraken… Ik zie geen andere oplossing…
Niemand zal daar getuige van zijn. In het allerbeste geval helpt een therapeut. Stel je even de situatie voor van Sammy – maar dan zonder de Kring – zonder jullie!
Had dit dan ooit zichtbaar kunnen worden?
Wie had dat zichtbaar kunnen maken?
Wie had dat aan Sammy kunnen tonen?
Niemand, dat is toch duidelijk!
De meesten die eenzaam in zo’n situatie leven kunnen daar zelfs niet uit wegraken omdat ze de oorzaak van hun problemen zelf niet kunnen zien! …of omdat ze hun geval de gewoonste zaak van de wereld vinden…
Als ze intelligent zijn vechten ze daar iedere dag mee, maar hoe kunnen ze overwinnen?

Jan : Ja Paul maar…ik ben daar nog zo zeker niet van – zocht Sammy wel een vrouw? – Daar heb ik soms zo mijn twijfels over – er bestaan natuurlijk verschillende soorten – geslacht is niet zo zwart en wit bepaald – maar…we zullen het daar later nog over hebben. Het ene sluit het andere niet uit. Maar wat de focus betreft heb je natuurlijk gelijk. Bij Samy zat duidelijk meer dan een emancipatie probleem – en dat wil zeggen – dat zo iemand inderdaad alleen is met zijn probleem.

86k – Uitverkoren

(transscriptie VHS-casette “de psycholoog”)

Jan : Wat mij nu opvalt – na al wat er hier is gezegd geweest – is dat Sammy’s moeder, inderdaad, veel luidkeels riep thuis. En elders – op haar werk of in publiek -eerder stil was en zelfs niets durfde te zeggen. Dat vertelden zelfs de buren eens… Sammy mocht thuis nooit muziek spelen -ook al waren de ouders afwezig -. De piano werd op slot gedaan omdat door het spelen de toetsten zouden ‘vergelen’ – (dat waren toen nog ivoren toetsen).

Paul : Sammy moest ook thuis met neergelaten rolluiken omdat de ramen dan minder gekuist zouden moeten worden. Dat Sammy dan in het donker moest zitten, daar stonden zijn ouders geen seconde bij stil. Hij zat dus zo, in het donker, thuis alleen naar zijn muziek te luisteren.
Vinylplaten, die hij in de discotheek ging huren – meestal klassieke muziek. Eenzaam, maar intens muziek beluisteren – Van de school haastte hij zich naar huis, zat daar snel de platenspeler op – en om tien voor zes precies hoorde hij telkens de sleutel in het sleutelgat gaan zei hij – dan was het gedaan – dan moest hij boven op zijn kamer. Dan waren zij daar. Dan mocht helemaal geen muziek meer spelen, als zijn ouder thuis waren mocht er geen enkel geluid meer zijn…

Jan : En wanneer ik er zo aan denk…Hij heeft zich nooit kunnen onttrekken aan Grauwegomme. Hij is hier nooit kunnen weggaan. Al dat hij dat voortdurend plande en wilde. Hij geraakte hier nooit weg. Steeds was er iets dat hem tegenhield. Hij heeft die plaats steeds als …oordeel…als toetssteen beschouwd… vreemd toch. Uitgerekend die plaats waar niemand hem echt wou. Waar nagenoeg iedereen in de lijn van zijn ouders dacht. Soms denk ik dat hij veel beter kunnen aarden in onze hoofdstad. Waarom bleef hij eigenlijk hier?

Iris: Ja, Jan! Hier kon hij een mogelijk contact met de mensen aangaan soms toch… Maar elders bleek dit niet te gaan… Dan speelde hij dubbel een rol. Hier in Grauwegomme was zijn ‘jeugdige uitvalsbasis’ – Hij kende trouwens niets anders … Dat is trouwens nog een ander verhaal! Ik weet hoe dat in zijn werk is gegaan, maar die overgang is niet vanzelfsprekend geweest – of hoe dat toen in die naoorlogse jaren er bij andere jongeren aan toe ging. De meeste problemen vond hij vanzelfsprekend – Sammy moet in die periode zeker niet de enige geweest met moeilijkheden. Dat moet toen iets geweest zijn dat direct werd herkend. Hij had daar toen zelf niet het minste inzicht in – Dat kwam maar pas later. Het is maar later, hier in de Kring door de confrontatie met de anderen dat hij zich bewust is geworden van zijn moeilijkheden. – Bewust worden van je problemen is nog geen oplossing – zoals je weet – zoals we wellicht allemaal weten. Maar het is dikwijls wel de eerste stap.

(…)
Sammy leefde volledig zoals zijn ouders dat van hem wilden… Hij was in alles hoffelijk en bedeest – had iets gedwongen – krampachtig – gespannen in zijn houding voortdurend – formeel zelfs – zoals zijn ouders -of grootouders- dat hem dat hadden aangeleerd. Zo had hij de wereld leren kennen. Hij bleef die rol spelen, dat is waar. Hij was moeilijk te bereiken.

Paul: …Soms was zijn gedrag zelf hilarisch! Soms wist niemand echt wat met hem aanvangen. Soms probeerde iedereen van hem te vluchten omdat het steeds zo’n opgave was met hem om te gaan!…en wat mij ook opviel – hij groette niemand! Zelfs mensen die hij reeds lang kende, grootte hij plots niet meer! Hij wilde niets meer met hen te maken hebben! Hij liet ze vallen al een baksteen!

Iris :(zucht) Ja, Paul, zo was hij inderdaad! Iedere (onverstaanbaar) slorpte hem op. Maar hij werd ook het luisterend oor voor heel de omgeving. Zelfs te veel. Hij kon de mensen niet van hem afhouden. Hij had geen assertiviteit. Hij kon zijn grenzen niet bewaken. Zelfs zijn buren drongen zijn terrein binnen. Hij kon inderdaad heel moeilijk zijn domein bewaken, zijn bezit beheren. Of opkomen voor zichzelf – hij liet zich overal doen – en ook dat gebruikten zijn ouders tegen hem. En de omgeving had dat snel door. Niet groeten gebeurde eigenlijk uit zelf bescherming denk ik soms…Hij had geleerd om op die manier deel uit te maken van een familie.

Jan : Dat is waar, ze misbruikten hem gemakkelijk. Nochtans naïef kon je hem ook niet noemen. Hij was de zondebok, zo was dat! …Dat stille in hem …of ik weet niet wat, of dat afzijdige schuchtere was genoeg voor anderen om de gedroomde zondebok te zijn.

Iris: ja, men wist men niet goed wat van Sammy te denken, de ene dacht van hem zus, de andere zo, je moest hem eigenlijk horen spreken om te weten wie hij was

Paul: Als hij dat al sprak!

Jan: ja zo is het, als hij al iets zei, hij sprak alleen met uitverkorenen (lacht)!